Technologie en veiligheid
Een professionele radiobesturing werkt met een radiosignaal in de frequenties 433 MHz of 2,4 GHz. De radio tussen de handzender en de ontvanger is voorzien van een code. De zender kan dus alleen de daarvoor bestemde ontvanger schakelen. Dit voorkomt bedieningsfouten op andere radiografische afstandsbedieningen. Als u een handzender verliest, moet de nieuwe zender op de bestaande code worden geprogrammeerd. Druk hiervoor tegelijkertijd op bepaalde toetsen van de handzender en de ontvanger en binnen enkele seconden is de afstandsbediening gesynchroniseerd.
Het bereik van een radiografische handzender is 50-100 meter voor professionele systemen. Als de ontvanger in het voertuig is geïnstalleerd, beperkt dit het bereik. De knoppen op de handzender zijn gelabeld volgens de te activeren functies, elke knop zendt een commando uit. Extra displays kunnen ook functies of LED's aangeven. Joysticks voor een optimale werking zijn vooral te vinden op handzenders voor het aansturen van kranen of apparaten met verschillende functies.
Stroomvoorziening
De handzender wordt gevoed door batterijen of een oplaadbare batterij. De zender zendt alleen als de knop wordt ingedrukt, dus de vermogensbehoefte is zeer laag. De ontvanger van de radiografische afstandsbediening heeft echter een vaste stroomaansluiting nodig voor een constante inzetbaarheid, omdat hij op elk moment een signaal van de radiografische handzender moet kunnen verwachten. Het heeft dan stroom nodig voor het schakelen om functies op het aangesloten apparaat te activeren. De spanning van de ontvanger moet geschikt zijn voor de spanning van het voertuig, d.w.z. 12 volt of 24 volt.
Afstandsbediening
(77)De radiografische afstandsbediening (RC) bedient technische apparaten (bijv. kabellieren, garagedeuraandrijvingen of bouwkranen) draadloos op afstand. De radiografische afstandsbediening bestaat altijd uit een handzender en een ontvanger. De handzender heeft bedieningsknoppen die radiosignalen in het MHz-bereik activeren. De radiosignalen schakelen het live-relais in of uit in de ontvanger. Deze huidige verbinding activeert dan functies op het eindapparaat. Zo kan bijvoorbeeld een kabellier worden uitgeschoven of ingetrokken, of kan een garagedeur worden geopend of gesloten. Op deze manier kunnen alle elektrische apparaten met een afstandsbediening worden bediend.